Dit geschrift heeft een meer filosofisch karakter dan andere werken van Swedenborg uit die periode.
Deze titel wordt doorgaans beschouwd als een goede introductie tot zijn geschriften.
Dat dit boek geen gewoon wijsgerig geschrift is, blijkt al meteen uit de ondertitel: ‘Wijsheid van Engelen’, want ook de inhoud van dit geschrift werd, evenals verscheidene andere titels, aan Swedenborg geopenbaard en door hem in begrijpelijke termen uitgedrukt.

Het boek verklaart de wetten van de voorzienigheid die de werking van Gods regering in het heelal beheersen.
Het toont aan waarom de vrije keuze van de mens een essentieel deel is van het Goddelijke doel, en waarom het kwaad wordt toegelaten.
Swedenborg concludeert dat de Goddelijke Voorzienigheid oneindige en eeuwige doeleinden beoogt, namelijk de schepping van de hemel uit het menselijk geslacht.

De eerste Nederlandse vertaling uit het Latijn werd in 1942 gemaakt door Anton Zelling, getiteld: Engellijke wijsheid over de Goddelijke Voorzienigheid. De nieuwe vertaling heet kortweg: Providentia en is in 2008 gemaakt door Henk Weevers.